De school
Mijn school bestaat uit 3 verdiepingen en een terrein om het gebouw heen. In de kelder zijn speciale lokalen waar workshops gegeven worden. De leerlingen kunnen hier vooral veel knutselen. Hiervoor zijn de lokalen ook ingericht.
Op de begane grond zien we de theorielokalen en ook de stiltelokalen. Deze lokalen hebben een bepaalde naam en kleur zodat de kinderen weten welk lokaal waar is.
Op de eerste verdieping hebben we een theater. Als er speciale vieringen zijn worden deze vaak hier uitgevoerd. Hier is namelijk ook plek voor alle leerlingen van de school. Ook kinderen die tussen de pauzes op school blijven voor te eten kunnen hier hun boterham opeten. Er is een keukentje en er staan ook tafels, je kunt zeggen dat dit een soort van aula is.
Om het gebouw heen is een speelplaats. Er ligt naast de school ook een los gebouw waar het zwembad te vinden is. De speelplaats kent vele klimrekken en attributen voor de kinderen om mee te spelen. De speelplaats is ook in kleuren verdeeld (zoals ook de lokalen binnen) zodat de leerkracht bijvoorbeeld duidelijk kan vertellen aan de kinderen waar ze wel en niet mogen spelen. Dit alles is fijn voor een goede ordening, ook voor de leerkracht is dit fijn zodat hij of zij het overzicht goed kan behouden.
Het doel
De school staat voor wereldbewustzijn. Ik vind dat het belangrijk en waardevol is voor kinderen om in de praktijk te zien hoe de wereld draait en werkt. Met die ‘wereld’ bedoel ik dan zowel de wereld op school, zoals de organisatie van het schoolreisje, het opstellen van de regels binnen de school of bijvoorbeeld het omgaan met het budget voor de versiering van de school. Het begrijpen van de wereld wordt dus uitgevoerd door middel van ervaringsgericht onderwijs. Concrete ervaringen opdoen door veel te laten zien en doen. Met name het ervaren vanuit het kind dat bij het Freinetonderwijs centraal staat wil ik bij mijn ideale school ook toevoegen. Het kind gaat zelf de wereld in en ervaren.
Niet alleen de wereld om het kind heen is belangrijk, ook het leren kennen van buitenlandse scholen en culturen worden toegevoegd aan het lesprogramma. Wat ik hier zinvol aan vindt is dat de kinderen leren op verschillende manieren met iets om te gaan. Door kinderen op mijn school veel te laten werken met de wereld om hen heen, bijvoorbeeld de schoolomgeving maar ook door contacten te onderhouden met een andere school, wil ik ervoor zorgen dat de leerlingen bewuster omgaan met de wereld. De leerlingen leren respect te hebben voor anderen, hun meningen en voor zichzelf. Samenwerking speelt hierbij een belangrijke rol. Door projecten te organiseren in samenwerking met andere scholen leren de kinderen van elkaar maar tegelijkertijd ook veel over henzelf. Ze leren zichzelf als het ware ook kennen. Wie ben ik? Ze gaan zichzelf met andere vergelijken en gaan inzien dat niet iedereen hetzelfde is en hetzelfde denkt. Door met elkaar samen te werken in groepjes gaan kinderen elkaar ook helpen. Als een leerling iets niet snapt legt een andere leerling dit uit. Kinderen die iets goed kunnen of de stof begrijpen kunnen de andere kinderen uitleg geven en helpen. Dit samenwerkingsproces vind ik belangrijk zodat de leerling als individu zichzelf ook leert kennen en zich ervan bewust is wat hij of zij kan.
De leraar
De leraar moet op deze school zorgen dat er een goede sfeer is om de leerlingen een optimale leeromgeving aan te bieden. Een ander belangrijk doel binnen mijn visie is het bevorderen van een groepsgevoel. Ik ben namelijk van mening dat de samenleving tegenwoordig te individualistisch is. Daarbij beleven kinderen binnen een groep een gevoel van veiligheid wat kinderen de mogelijkheid geeft zichzelf te durven ontplooien. Als laatste leren kinderen zich sociaal te gedragen binnen de groep. Vragen als wat kan wel en niet binnen een groep zijn hierbij belangrijk.
Iedere groep heeft 2 docenten. Dit vind ik belangrijk omdat binnen de groep veel samenwerking bestaat en je als docent toch goed de leerlingen moet sturen. Ook voor projecten en workshops heb je veel docenten nodig. Voor de workshops worden veel onderwijsassistenten ingeschakeld om mee te helpen en ook om de leerlingen genoeg advies te geven.
